"Langzaam maar zeker stroomt de rechtszaal vol en al snel zijn bijna alle houten bankjes bezet. Dan komt onze advocaat binnen. Het eerste wat hij zegt is dat wij op de bank van de advocaten zitten en dus een ander bankje moeten vinden. Aangezien alles zo’n beetje bezet is, ploffen we op een gammel geval wat tussen twee andere banken in staat.
Cofie zit inmiddels op het advocatenbankje en wenkt Albert. Er is een aantal problemen. Ten eerste is de wet veranderd waardoor de advocaat zelf niet meer de rechter kan uitzoeken. Dit was eerst wel het geval en daardoor was het zeer makkelijk om de uitgezochte rechter wat geld toe te schuiven. Maar dat kan dus niet meer. Lang leve de democratie. Maar Cofie verzekert Albert dat ondanks het gebrek aan ervaring van deze rechter met adoptiecases, het niet zo’n probleem gaat worden, aangezien de rechter een mate is van hem.
Het tweede probleem is echter wel wat lastiger: ze zijn ons dossier kwijt. Ook al is zoiets bijzonder vervelend om te horen, echt verbazen doet het ons niet. Alle dossiers hier zijn met de hand geschreven en als je soms ziet wat voor stapels er bij officiele instanties liggen, dan vraag je je af hoe ze in vredesnaam wel een dossier op tijd op de goede plek krijgen. Cofie beweert dat hij het gisteren heeft afgegeven en gaat op zoek naar degene die het in ontvangst nam. In de boeken staat inderdaad dat ons dossier afgeleverd is.
Inmiddels loopt het tegen negenen en staat iedereen startklaar voor de eerste rechtszaak. We moeten allemaal staan als de rechter binnenkomt en we zien een klein vrouwtje binnentrippelen. Ze verdrinkt zowat achter de hoge tafel waar ze aan gaat zitten. Normaal gesproken worden adoptiezaken altijd als eerste behandeld, omdat je negen van de tien keer met kleine kinderen in de rechtszaal zit. Maar omdat ons dossier er niet is, begint alvast de volgende zaak. Het is weer een heerlijk vaag verhaal over iemand die geld had geleend aan iemand en het niet terug kreeg, maar een deel was toch al teruggekomen. “Nou, als je al een deel terug hebt, wat zeur je dan”, onderbreekt de rechter het relaas van de vrouw. Oeps, we hopen maar dat ze voor ons iets aardiger zal zijn.
Wij wachten niet meer op de rest van het verhaal, want Fynn en Rifau hebben er genoeg van om in de bedompte zaal te zitten. We gaan buiten op een bankje zitten. Aangezien alle deuren en ramen wijd openstaan, kunnen we nog steeds af en toe wat opvangen.
Dan verschijnt Cofie weer met een dame die ons dossier blijkt te hebben. Het probleem is nu om er tussen te komen, want adoptiezaken worden binnensdeur afgehandeld en niet in de courtroom. Wij blijven buiten zitten en bereiden ons alvast voor op uitstel van onze zaak. Maar Cofie komt al weer naar buiten en wenkt ons: we moeten naar binnen. Net als bij Fynn lopen we naar het kleine kamertje achterin in de courtroom. Hetzelfde bankstel staat er nog, net als het bureau met de twee stoelen ervoor. Ook nu nemen we weer plaats op de bank.
Cofie laat er geen gras over groeien en begint meteen de zaak uiteen te zetten. Hij vertelt in een paar zinnen wie wij zijn, waar we werken en dat wij Rifau willen adopteren. “Rifau?” vraagt de rechter. “Dat is niet de naam die in het dossier staat. Hier staat Nsiah Adjei.” Ik leg uit dat dat de naam is die hij in het weeshuis heeft gekregen, maar dat wij hem Rifau Adjei gaan noemen. Cofie gaat weer verder. Al met al is hij nog geen vijf minuten aan het praten, maar in die korte tijd wordt hij wel vier keer onderbroken door mensen die binnenkomen en iets van de rechter willen weten. Cofie houdt het daarom maar kort en besluit met dat wij Nsiah Adjei graag willen adopteren.
“Granted”, zegt de rechter. We staan allemaal tegelijk op en bedanken de rechter. Via de achterdeur lopen we naar buiten. Het is weer ongelooflijk. Binnen vijf minuten zijn we officieel de ouders geworden van Rifau. We staan er in eerste instantie wat beduusd bij, maar dan dringt het toch echt door: we hebben er een zoontje bij!" (15/02/2008)
No comments:
Post a Comment